Salon van Parijs
De salon van Parijs werd georganiseerd door de Académie des Beaux Arts in Parijs. Deze jaarlijkse tentoonstelling was zeker in de 18e en 19e eeuw een graadmeter voor de stand van de cultuur, met name in Frankrijk. Het feit de een kunstwerk voor deze jaarlijkse tentoonstelling werd toegelaten was zeer bijzonder voor een kunstenaar. De waardering van de jury werd uitgedrukt in medailles en het bezit van een dergelijke medaille was van groot belang voor de verdere loopbaan van een kunstenaar. Het gaf hen en hun werk prestige en zorgde dus voor opdrachten. En de mogelijkheid om van het kunstenaarschap te leven, iets dat in de loop der tijden altijd al lastig voor kunstenaars is geweest.Er werd veel aangeboden kunst afgekeurd
De jury die over de toelating op de salon van Parijs besliste was zeker zeer kritisch en menig werk werd dan ook afgekeurd. Onderwerpen dienden een klassieke uitstraling te hebben en liefst te verwijzen naar taferelen uit de Bijbel of de mythologie. Overigens was de mening van de Académie des Beaux Arts vaak in het geheel niet in overeenstemming met de mening van het publiek. Dit werd voor enkele kunstenaars zo gortig dat men zelfs, met zelfs ondersteuning van Napoleon III met een eigen versie van de Salon kwam waar uitsluitend afgekeurde werken kwamen te hangen.Een koppig instituut
Hoe groter het kunstwerk, hoe beter
Een kunstwerk dat aan de salon van Parijs werd aangeboden ter beoordeling moest in elk geval groot qua afmetingen zijn. Hoe groter het kunstwerk was, hoe beter het af en toe leek te zijn. Op afbeeldingen die van deze salon bewaard zijn gebleven is te zien dat er werken hingen die bijna de gehele wand besloegen.Onderwerpkeuze was van groot belang
Ook de onderwerpkeuze van de kunstenaar speelde als gezegd een belangrijke rol. Als een werk niet volledig technisch perfect was, werd het zeker afgekeurd. Maar als het onderwerp te controversieel was wachtte het werkstuk hetzelfde lot. Portretten werden zelden toegelaten vanwege het gebrek aan vernieuwing dat van een portret vaak uitgaat. De opdrachtgever van een portret zal immers graag natuurgetrouw weergegeven worden en daar past geen experimenteren met stijlen en dergelijke bij. Dat spreekt voor zich.Situatie op de salon van Parijs vanaf 1850
Vanaf ongeveer 1850 wordt de salon volledig gedomineerd door een tweetal schilders, namelijk Gérôme en Chassériau. Beide schilders richten zich vooral op de de elite. Deze wordt ook weergegeven, in het algemeen met de klassieke oudheid als achtergrond. Van de onderwerpen zoals bijvoorbeeld Courbet die schilderde, de armere klasse, meestal druk aan het werk om hun brood te verdienen, was aan de Jury van de salon ook toen nog niet echt besteed, hoewel Courbet nog wel een medaille veroverde voor zijn werk met de begrafenis in Ornans.
Het werk van de schilders van Barbizon kan evenmin op veel waardering rekenen. Landschappen en de natuur werden toch wel als knap "ordinair" beschouwd. En het was dan ook lastig voor de schilders van de school van Barbizon om een plek op de Salon te krijgen. De schilder Rousseau was bijvoorbeeld zo hardnekkig bezig dat het hem de bijnaam van de "Grand refusé" opleverde.