Minimalisme
Het minimalisme is een onderstroom van het post-modernisme rond 1960. Wordt gebruik om zeer vereenvoudigde en sobere kunstwerken te beschrijven die vaak zijn opgebouwd uit terugkerende elementen. Het minimalisme, of in het Engels "Minimal Art" is een stroming in de beeldende kunst die zich zoals veel moderne stromingen in de kunst, het eerst in de Verenigde Staten werd gesignaleerd. Van daar uit verplaatste het minimalisme zich richting Europa waar het vanaf de jaren 1960 geïntroduceerd werd. De stroming van het minimalisme heeft verwantschap met de fundamentele kunst.Het minimalisme werkte veel met basisconstuctiematerialen,
Het minimalisme was ook een reactie op het abstract expressionisme dat eveneens in de Verenigde Staten behoorlijk populair was.
Het gebruik van gevonden materialen
Het kenmerkende van het minimalisme is het gebruik van simpele, bij voorkeur ergens bij toeval gevonden materialen. Belangrijk was om dan met die gevonden materialen en eenvoudig mogelijke middelen een relatie met de omgeving te leggen. Volgens de minimalisten zou hierdoor een spanning ontstaan, die voortkwam uit het creëren van een tegenstelling met de omgeving. Een confrontatie met die omgeving was daarbij dus wel degelijk belangrijk.
Het werken met standaardelementen uit de bouw
Materiaal dat bij het minimalisme vaak gebruikt werd kwam vaak uit de bouw. Denk daarbij bijvoorbeeld aan bakstenen of aan ijzeren pijpen. Elk onderdeel van een structuur is daarbij een onderdeel op zich. Het totale kunstwerk bevat een herhaling van deze elementen die in het minimalisme vaak standaardelementen worden genoemd. Elke basisvorm (vierkant, driehoek, cirkel) zou volgens de kunstenaars uit deze richting de gewenste speciale emotie met de omgeving oproepen.
Gebruik van materialen waar ze voor bedoeld zijn
Opmerkelijk is daarbij, dat volgens de minimalisten elk materiaal gebruikt moest worden waar het voor bedoeld was. Als je de hand wist te leggen op een stalen plaat dan gebruikte je die ook als stalen plaat en niet voor een ander doel, bijvoorbeeld door het staal te snijden en er een plastiek van te lassen.
Carl André in het Haags gemeentemuseum
Ook in Nederland was het minimalisme terug te vinden. Carl André vervaardigde in 1968 een kunstwerk in Den Haag. Hij deed dit door naar een bouwterrein te wandelen en daar een aantal oude elektriciteitssnoeren mee te nemen. Deze snoeren werden door hem vervolgens op de vloer van de expositiezaal van het Gemeentemuseum neergelegd.
Subrichtingen als Arte Povera
Het minimalisme was wereldwijd terug te vinden, maar soms ook onder andere namen of met een geringe verandering. In Italië ontstond bijvoorbeeld een stroming die men de arte povera noemde.
Minimalistische objectkunst
In 1966 kwam de Amerikaanse kunstenaar Dan Graham met een boek "Homes in America" dat eerst totaal niet opviel maar later als een mijlpaal in de minimalisme is gezien.
Het boek bevatte eenvoudige foto's van huizen, soms gemaakt met amateurfoto's, die allemaal in reeksen zijn weergegeven. Een benadering die we later wel vaker tegenkwamen. Objecten in reeksen, later vertaald naar de term objectkunst.
De maatschappij ging steeds meer over op massaproductie van identieke goederen. Huizen bijvoorbeeld. De Nederlandse vinexwijken uit de jaren '60 zijn berucht op dat punt voor hun eenvormigheid in lange rijen. Maar op hetzelfde moment werd in de kunst het subjectieve en individuele steeds meer benadrukt. Hierin zat een stuk spanning dat later in de conceptuele kunst regelmatig terugkeerde.
Typerende kunstenaars uit het minimalisme
- Carl André;
- Dan Flavin;
- Eva Hesse;
- Donald Judd;
- Frank Stella.
- Alan Charlton
- Mary Corse
- Hanne Darboven
- Dani Karavan
- Yves Klein
- Bob Law
- Sol LeWitt
- Richard Long
- Robert Mangold
- Agnes Martin
- James Reineking
- Ad Reinhardt
- Ulrich Rückriem
- Richard Serra
- Jan Schoonhoven
- Micha Ullman
- Lee Ufan
Andere onderliggende stromingen in het post-modernisme